Ruwe, vormeloze steen.
De natuur heeft je gemaakt.
Binnenin de zuivere vorm,
maar die zie ik niet.
Grof geweld,
ik dring in je binnen.
Daar ben je dan.
Ik poets, polijst en streel,
jouw gladde, koele huid.
Ruwe, vormeloze steen.
De natuur heeft je gemaakt.
Binnenin de zuivere vorm,
maar die zie ik niet.
Grof geweld,
ik dring in je binnen.
Daar ben je dan.
Ik poets, polijst en streel,
jouw gladde, koele huid.